Herkomst en Ontwikkeling

De herkomst van de Noorse Boskat is zelfs nu nog niet helemaal bekend. 

Noorwegen met zijn besneewde landschap in de winter, grote bossen en zijn oneindige Fjorden en Bergen, dat is het thuisland van de Noorse Boskat. 

De Noorse Boskat speelt in de Noorse Mythologie een grote rol. Sterke, grote katten met lange dik behaarde staarten trokken de gouden hemelse wagen van de Noorse godin Freya, Echtgenoot van de God vader Wodan. In de oude volksmond, verhalen en liedjes wordt van Feen,Troll en Boskatten verteld en gezongen, hier worden ze ook beschreven als "Huldrekat" met zijn dikke, volle, lange staart.

De mensen interesseren zich altijd weer tussen de gelijkenis van Lynx en Boskat. Omdat ze zo groot zijn en lynx pluimen op de oren hebben, geloven de mensen dat ze half boskat en half lynx zijn. 

In oude gezegdes wordt altijd weer over het speciale type kat verteld. Maar niet alleen daar duikt de Noorse Boskat op. De Noorse schrijver Gabriel Scott schreef in 1912 een veel gelezen kinderboek, verhalen over de Boskat Sölvfaks, die in 1952 ook bij ons als zilverpels bekend is geworden.

In de loop der jaren zorgde het ruige skandinavische Klimaat er voor dat alleen de sterkste dieren konden overleven, besneeuwde winters met ijskoude luchten, regen en ijzel moesten overwonnen worden. De vacht van de Noorse Boskat is perfect aangepast aan dit klimaat. Een lichte, maar hele dikke ondervacht beschermd voor de koude, het lange vette dekhaar laat de regen en sneeuw niet binnen dringen. onder de sterke dikke poten hebben de voetzolen een dikke beharing om door de sneeuw te lopen zonder er in weg te zakken.

Deze katten leefden in afgelegen gebieden zonder dat ze gezien werden door de mensen, in Noorwegen en Zweden, Het gebeurde altijd weer dat ze toch naar de mensen toe gingen, ze kregen warme behuizing en hielden bij de mensen het huis ongedierte vrij.

Met voortschrijdende Domesticatie begonnen de Boskatten zich te kruisen met de kortharige huiskat, het typische Boskatten vel dreigde steeds meer te verdwijnen en men zag deze ontwikkeling bezorgd tegemoet, Om het uitsterven van de Boskatten te verhinderen, begon begin dertiger jaren een kleine groep Noorse Boskat fokkers, te fokken met geplande kruisingen.

Nog voor de tweede wereld oorlog waren er Noorse Boskatten op de tentoonstellingen, ook na de oorlog gingen enige liefhebbers van de Boskat verder met hun plan, ze wilden de oorspronkelijke Noorse Boskat in stand houden.

In 1972 werd de Noorse Boskat eindelijk van de Noorse verenigingen als zelfstandig ras erkend. De uiteindelijk fok begon pas in 1974. De stamvader van deze fok, is de bekende Pans Truls met zijn bruid Pippa Skogpus die twee baby's kreeg.

De geplande fok werd in de daarop volgende jaren weer verzwaard, omdat er maar weinig dieren op de nieuw verkregen standaard erkend werden, strenge fokregels waren de oorzaak. In 1977 waren er maar 150 geregistreerde Noorse Boskatten.

Daar de Noorse Boskat internationale erkenning wilde verkrijgen bij de FIFe moesten er drie generaties bekend zijn. In November 1977 is dat gelukt, Heel Noorwegen was blij toen er in de krant aldaar een foto van Pans Truls stond en meegedeeld werd dat de Noorse Boskat internationaal erkend was.

Ook in het buitenland begon men zich nu voor deze dieren te interesseren, voor de export waren alleen dieren vanaf de 4e generatie toe gelaten, Sinds 1981 mochten er ook jonge dieren uit de 2e generatie het land verlaten.

Niet alleen in heel Europa groeit het aantal Noorse Boskatten gestadig, ook buiten Europa groeit het aantal Noorse Boskatten gestaag, in de USA en Japan zijn er veel liefhebbers van deze katten te vinden. Op tentoonstellingen is dit ras meestal in aantal 3e of 4e van de show. (Na de Perzen en Maine Coons.etc.).

Karakter

De Noorse Boskat is een robuuste en natuurlijk gebleven raskat, hun oorsprong heeft vele liefhebbers gemaakt.

Noorse Boskatten uit serieuse fok zijn lief en graag bij mensen, ze hebben een uitgesproken lief karakter en genieten van mensen om zich heen.

Noorse Boskatten kunnen in elk huishouden gehouden worden, ook in flats, als er maar een mogelijkheid is dat ze op een afgezet balkon lekker buiten kunnen zitten, een afgezette tuin of terras is ook ideaal. Voor de vrije uitloop buiten zijn ze minder geschikt, denk om auto's en verkeer, een ongeluk zit in een klein hoekje.

Noorse Boskatten zijn vreselijk speels en moeten een klimpaal hebben en speeltjes om zich te kunnen uitleven. Het moet wel een stabiele krabpaal zijn, daar ze er met hun volle gewicht (zwaar) op rennen en een lichte krabpaal zo om valt.

Noorse Boskatten zijn graag met andere katten samen, ook de honden vinden ze gezellig, het fijnste is om twee katten te nemen, dan hebben ze elkaar om te spelen en zeker als beide baasjes werken. Dan hoeven ze niet alleen in de eenzaamheid hun tijd door te brengen.

Verzorging

De verzorging van de vacht stelt weinig voor, eens in de week de borstel er door en in voor en najaar als de vacht er helemaal uit gaat een beetje meer de borstel erdoor halen, dan zijn ze vlugger door de beharing heen en krijgt de kat niet zo heel veel haren binnen. Wassen en poederen is bij de Noorse Boskat zeker niet nodig.
    

Marian en Jan van Wijk

Den Bommel